PZC, 28 januari 2012

'Plan Bleker is geld in het water gegooid'

Staatssecretaris Henk Bleker (CDA, Natuur) neemt een loopje met de wetenschap. Onderzoeksinstituut Deltares mocht andere mogelijkheden voor natuurherstel in de Westerschelde niet vergelijken met het oorspronkelijke plan de Hertogin Hedwigepolder te ontpolderen. Bleker koos voor een pakket maatregelen die niet als combinatiealternatief in het rapport zijn genoemd. En ten slotte laat hij buitenlandse wetenschappers niet zijn keus beoordelen om de Hedwige te sparen maar het rapport zelf.
Het zijn stevige teksten waarmee de hoogleraren Carlo Heip, Peter Herman en Patrick Meire de aanpak van Bleker becommentariëren. Herman: „Hij heeft het Deltaresrapport misbruikt." Meire: „De Westerschelde is niet geholpen met wat hij wil." Heip: „Compensatie voor natuurverlies kan gewoon niet bij Vlissingen." Het drietal doet al enkele tientallen jaren onderzoek in riviermonden en kustgebieden over de heie wereld. Hun kennis over de natuurlijke processen in het Scheldeestuarium staat buiten kijf Heip was lid van de commissie-Nijpels die constateerde dat aan de ontpoldering van de Hedwigepolder niet te ontkomen viel; Herman was een van de wetenschappelijke begeleiders van het Deltares-rapport. Ze zijn niet alleen verbijsterd over de manier waarop de staatssecreta­ris onder de met Vlaanderen afgesproken ontpoldering van de Hedwigepolder probeert uit te komen, ze maken zich ook grote zorgen om de toekomst van de Wes­terschelde. Hun onderzoeken hebben hen gebracht in riviermonden waar het natuurlijke evenwicht volledig is verdwenen. Voorbeelden: Seine, Eems, Loire en Yangtze. De vernieling van het geulen- en platenpatroon heeft er geleid tot modderrivieren met zuurstofloosheid in de diepere lagen of tot enorme toename van baggerwerk.

Hoe groot is het risico dat dit ook in de Westerschelde gebeurt?
Herman: „Veel mensen denken ten onrechte dat het wel zal loslopen met de Schelde." Meire: „De relatief grote oppervlakte van het intergetijdegebied in het Schelde-estuarium helpt, maar het doemscenario van wat in andere rieviermonden is gebeurd, is heel reëel." Heip: „Je zou het vergeten wanneer je in de buurt van de Westerschelde woont, maar getij­denatuur is echt heel zeldzaam."

Waarom moet dat natuurherstel per se in Hedwigepolder?
Meire: „Omdat het daar het meest effect heeft voor de natuurlijkheid
en de veiligheid. Daar vergroot je echt de kom van het estuarium. Daar geef je de rivier extra dynmiek. Daar krijg je door de ligging tussen het Land van Saeftinghe en de Posperpolder een echt robuust natuurgebied." Herman: „De Hertogin Hedwigepolder alleen gaat de Westerschelde niet redden, maar het is wel een stap in de goede richting."

En is het alternatief van staatssecretaris Bleker dat dan niet?
Herman: „Nee. De betekenis van ontpoldering van het Welzingegebied en de Schorerpolder bij Vlissingen in veel geringer. Bovendien wil Bleker ondiep water creëren door de stroomgeul te vernauwen. Dat is echt een ramp. Zo ga je de Westerschelde alleen maar meer verstarren en haal je de dynamiek er verder uit." Heip: „Het is niet efficiënt en het is duur. Het is geld in het water gegooid."

Er is bezorgdheid dat een ontpolderde Hedwigepolder volloopt met ver­ontreinigd slib.
Herman: „Onzin. Twintig jaar gele­den zou dat inderdaad een punt zijn geweest, maar lozingen van zware metalen en andere vervuilende stoffen zijn nu gesaneerd. Over de waterkwaliteit hoeft niemand zich zorgen te maken."

Wat moet er nu gebeuren?

Meire: „De Hedwige moet van een emotiepolder een ratiopolder worden. Er moet een beslissing worden genomen die het beste resultaat oplevert tussen kwaliteit en kosten. Maar ja, dat vergt politieke moed."

Wie moet die moed opbrengen?
Herman: „Om te beginnen Zeeland. Ik zou zeggen: stop nu toch eens je op te stellen als een bange provincie. Het is onzin te beweren dat de Zeeuwen tegen ontpoldering zijn. Dat geldt hooguit voor een deel van de Zeeuwse bevolking. Kijk verder. De Westerschelde is een van de grootste schatten van Zeeland. Benut die." Meire: „Het te realiseren grensoverschrijdend natuurgebied Prosperpolder-Hedwige-Saeftinge zal niet alleen bijdragen aan de veiligheid en de instandhouding van de Schelde maar ook een belangrijke toeristische trekpleister worden en op die manier een grote meerwaarde voor de regio betekenen, iets wat niet kan gezegd worden van het plan Bleker."

Intussen duurt de impasse voort. Wie doorbreekt die?
Heip, Meire en Herman kijken elkaar aan. De laatste verwoordt hun gedachten: „Commissaris van de koningin Karla Peijs lijkt daar de meest geschikte persoon voor. Tenslotte staat haar handtekening onder de Scheldeverdragen."




Terug naar Startpagina

Terug naar Krantenartikelen
Terug naar Ikmaakmezorgen-artikelen

   

 

Commentaar van Wil Lases

Hoogleraren zetten lezers op verkeerde been

Tiel - 1 februari 2012. Het artikel “plan Bleker is geld in het water gegooid”, waarin de Vlamingen Heip, Herman en Meire hun hart luchten, is weer een fraai staaltje van hoe de lezers op het verkeerde been worden gezet. Zij zijn hoogleraren ecologie in resp. Groningen, Nijmegen en Antwerpen. Dat hun kennis over de natuurlijke processen in het Schelde estuarium buiten kijf zou staan blijkt niet uit de uitspraken die zij hier doen. Deze zijn politiek geïnspireerd en niet wetenschappelijk. Ook zijn ze kennelijk niet goed geïnformeerd over wat er in Zeeland leeft en specifiek onder Zeeuws-Vlamingen. Het is spijtig dat de heren Heip en Herman niet eerst iets verteld hebben over hun eigen rol in het onderhavige proces, zoals die in de commissie Nijpels en die bij het tot stand komen van het Deltaresrapport. Wij dragen geen kennis van hun uitgangspunten op basis waarvan zij hun invloed hebben aangewend, zoals het uitgangspunt, dat de aanpassing van de Westerschelde en het beheer naar de eisen van de haven van Antwerpen geen stro breed in de weg gelegd mogen worden en dat de natuur daaraan ondergeschikt is. Dat men zich wat de natuur betreft in bochten wringt. Dat vjiftig jaar menselijk ingrijpen in de Westerschelde en de Zeeschelde grote invloed heeft gehad op, zoals het er nu naar uitziet, een gevaarlijke gedragsverandering van de Westerschelde. Dat een opgave van natuurherstel de Westerschelde zelf betreft en dat de dynamiek van de Westerschelde niet op het land te vinden is.
De verbijstering over het niet nakomen van afspraken over de Hedwigepolder is gespeeld. Men weet heel goed dat met het goedkeuren van de Scheldeverdragen de afspraak met de Eerste Kamer is gemaakt dat voor de Hedwigepolder naar een alternatief zou worden gezocht. Daar werd nu juist de commissie Nijpels voor ingesteld, waarvan de heer Heip deel uitmaakte. Alleen de commissie Nijpels voldeed niet aan haar opdracht. Zij wees alle mogelijkheden in de Westerschelde af, omdat die niet zouden leiden tot uitbreiding van estuariene natuur (ontpolderen) of te wel land, door de natuur gevormd, vernietigen en weggeven aan de zee. De uitspraken van de heren kunnen alleen maar leiden tot meer onveiligheid en verzilting.
Het punt is dat er veel te veel dynamiek in de Westerschelde is gekomen en deze veel te diep is geworden, waardoor het intergetijdengebied afneemt. De Westerschelde zat in een te ruim jasje en was zand importerend. Sinds vijftig jaar wordt steeds zand onttrokken aan de Westerschelde zowel door directe als indirecte zandwinning cq. zandverlies ten gevolge van de werken voor de haven van Antwerpen. Het gedrag is nu gevaarlijk veranderd. De Westerschelde is zand exporterend geworden.
Het echte doemscenario is veel ernstiger en een geheel ander dan de heren ons voor ogen houden.
De sussende uitspraak van de heer Herman over zware metalen valt niet te onderbouwen met de systematische metingen in de Schelde. Daar blijkt juist een enorme piek aan zware metalen bij Oude Doel (industrie van Antwerpen) vlak bij de Hedwigepolder. Bovendien zijn we de afgelopen jaren een enkele keer opgeschrikt door ongezuiverd lozen van Brussels afvalwater op de Zeeschelde.
Voorts blijkt het gevoel voor verhoudingen wat zoek. De oppervlakte van de Hedwigepolder stelt nauwelijks iets voor ten opzichte van de oppervlakte aan estuariene natuur van de Westerschelde en als locale uitbreiding van het verdronken land van Saaftinghe is het nog geen 10%. Het wordt dan wat meer van hetzelfde. Een zeer relatieve waarde. De huidige recreatieve waarde, vooral die voor de fietsers, komt te vervallen en wordt dan onderdeel van de bestaande beperkte recreatieve functie van het Land van Saaftinghe.
De Hedwigepolder bleek handelswaar te zijn tussen de natuurbeweging en de haven van Antwerpen en heeft niets met natuurherstel te maken. Hoe moet men dan ratio en emotie plaatsen?

Wil Lases.