5 december 2009

Exit Koppejan

Van de weblog van Jeffrey Kutterink, parlementair verslaggever van de PZC in Den Haag.


Wat een tragisch dieptepunt deze week. Ad Koppejan uit Zoutelande, had zich het heel anders voorgesteld. Een van zijn belangrijkste doelen in de Tweede Kamer was het tegenhouden van de ontpoldering. Hij streed, verloor en viel. Kei- en keihard. Het is exit Koppejan. Maar dat heeft hij aan zichzelf te danken.

Eerlijk is eerlijk: Koppejan heeft dapper gestreden. Hij wist tot het laatste moment de CDA-fractie achter zijn standpunt te scharen en daarmee een Kamermeerderheid overeind te houden tegen het onder water zetten van de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen. Hij bleef strijden voor het zoeken naar een alternatief. Ook nadat de eerste onderzoekscommissie (onder leiding van Maljers) concludeerde dat die er niet was. Door het verzet van Koppejan – dat door de Kamer breed werd gesteund – moest het kabinet op de knieën. Minister Gerda Verburg (CDA, Natuur) zag zich gedwongen om – zoals ze het zelf noemde – nog één ultieme poging te doen om te zoeken naar alternatieven. Anders dreigde een botsing tussen CDA-bewindslieden in het kabinet en de eigen Kamerfractie. Niemand die een crisis over had en heeft voor de Hedwige.

Een tweede onderzoekscommissie onder leiding van VVD-coryfee Ed Nijpels onderzocht bijna 70 mogelijke alternatieven; binnen en buiten de Westerschelde. Zijn conclusie in oktober 2008 kwam hard aan: er is geen volwaardig alternatief voor ontpoldering van de Hedwige.

Dat was het moment dat de eerste barsten ontstonden in het verzet in de Tweede Kamer. De ChristenUnie trok haar conclusie. Ernst Cramer stelde vast dat de ultieme laatste zoektocht niets had opgeleverd. “Als het moet, dan moet het maar”, zei hij. Toch bleef een Kamermeerheid tegen (gedwongen) ontpoldering.

De stap van Cramer getuigde van politiek realisme. Het was ook voor Koppejan hét moment om zich achter de oren te krabben. Zeker als hem een carrière in de (landelijke) politiek lief was geweest. Hij deed het niet. Integendeel. Hij zette zijn verzet hard door en dat was politiek niet handig. Maar Koppejan vond dat de ultieme zoektocht van Nijpels politiek gekleurd was. Hij verdacht Nijpels en ambtenaren van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ervan onder een hoedje te spelen.

Tot grote ergernis van het kabinet. Koppejan vindt in PvdA-Kamerlid Lia Roefs een medestander. Zij vraagt een hoorzitting aan: daarin nodigt de Tweede Kamer tal van deskundigen uit. Dat Roefs de hoorzitting aanvraagt is overigens een één-tweetje met Koppejan; de Zeeuw wil even buiten beeld blijven.

De hoorzitting wordt nauw gevolgd door het kabinet. Er lijkt het gewenste konijn uit de hoge hoed op te leveren: aanleg van schorren in de Westerschelde. Een plan van de Zeeuwse waterschappen. In een andere vorm al door Nijpels bekeken en afgeschoten. Maar de Kamer omarmt het plan.

Het kabinet zit klem. Als het een voorstel naar de Kamer stuurt om de Zeeuwse polder onder water te zetten, sneuvelt het. Een politieke list moet worden verzonnen. En die komt er: het kabinet neemt het inmiddels beruchte dubbelbesluit. Het kabinet spreekt zijn voorkeur uit voor de aanleg van schorren in de Westerschelde (het plan van de waterschappen). Maar als dat om welke reden dan ook niet kan, wordt er toch ontpolderd. Het is nu a of b.

Het besluit komt tot stand onder druk van premier en Zeeuw Jan Peter Balkenende. Want de CDA-ministers Verburg en Verhagen (Buitenlandse Zaken) denken dat ontpoldering onontkoombaar is. Het kabinet zet een consortium van bedrijven en onderzoeksinstituten aan het werk om te zien of het plan van de waterschappen een volwaardig alternatief is.

Koppejan denkt zijn overwinning te hebben behaald en laat dat in alle media ook duidelijk weten. “Zie je wel, er is toch een alternatief. Ik heb het toch gezegd? Natuur-ambtenaren van LNV hebben een te grote invloed op het dossier.“

De Zeeuw heeft zich verschanst in een loopgraaf. Het gaat niet meer om een politieke afweging, maar om het halen van zijn gelijk. Hij heeft het zichzelf ook erg moeilijk gemaakt, want er gaat geen gelegenheid voorbij of hij roept tegen de Zeeuwen dat de polder niet onder water gaat.

Tot eind augustus blijft het stil. Maar dan barst het verzet in de Kamer echt. De PvdA-fractie heeft signalen dat het niet goed gaat aflopen en trekt ook haar conclusie. Woordvoerder Lia Roefs wordt teruggefloten. Ook de PvdA stelt: als het moet, dan moet het maar. Grote krantenkoppen blijven uit. Dat komt ook omdat Roefs zich nooit zo uitgesproken heeft uitgelaten als Koppejan. Roefs moet even slikken, maar blijft woordvoerder.

Het zou voor Koppejan hét tweede moment kunnen zijn om te draaien. Toen had hij nog kunnen zeggen: beste Zeeuwen, ik heb gestreden, maar ik kan de strijd verliezen. Weet dat de polder dan onder water gaat. Dat realisme heeft hij niet. Hij blijft de Zeeuwen een worst voorhouden. Dat is hem aan te rekenen. Van een volksvertegenwoordiger mag politiek realisme worden verwacht.

Als het kabinet bekend maakt dat het alternatief geen alternatief is en dat de Hedwige onder water gaat, blijft Koppejan volharden. Zelfs dan legt hij het hoofd niet in de schoot. Ook het allerlaatste politieke moment laat hij voorbijgaan. Hij blijft roepen : ‘ontpoldering nee’. Zijn fractie ziet het niet meer zitten en draait. De reuze teleurgestelde Koppejan doet nog een wanhoopspoging. Tegen de zin van de CDA-fractie zwaait hij met een motie tegen ontpoldering, maar brengt die niet in stemming. “Een politiek signaal aan het kabinet”, roept hij. Maar het kabinet is not-amused. De CDA-fractie ook niet, maakt er korte metten mee en besluit het kabinet te steunen. Een groot verlies voor Koppejan. Al wil hij dat zelf niet zien. Hij blijft roepen door te gaan met de strijd.

Koppejan heeft zich inmiddels onmogelijk gemaakt. Hij kan in de Kamer niet tegelijk tegen ontpoldering zijn en het standpunt van zijn fractie verdedigen. Joop Atsma neemt het woordvoerderschap over. Als het Kamerdebat donderdagavond begint is Koppejan niet in Den Haag. Waarmee hij voer wordt voor de oppositie. Boris van der Ham (D66): “Wees een vent en drink de gifbeker leeg.” Koppejan wordt in de Kamer weggezet. In Den Haag heeft hij enorm gezichtsverlies geleden. Vele nemen hem niet meer serieus.

Even ging het gerucht dat hij Toine Poppelaars als gedeputeerde zou opvolgen, in plaats van Kees van Beveren. Nee dus. Koppejan zit als aangeschoten wild in de Kamer en in Zeeland zien mensen hem als iemand die iets heeft beloofd wat hij niet waar kon maken.

Ik geloof best dat hij het deed met de allerbeste bedoelingen. Hij is er zelf van overtuigd dat hij het juiste heeft gedaan. Maar het getuigt meer van politieke dommigheid om te blijven strijden voor iets dat onhoudbaar is. Politiek is tellen en je verlies kunnen nemen. En bovenal: mensen niet alleen vertellen wat jij wilt, maar ook vertellen dat je de strijd kunt verliezen. Kiezers houden niet er van om zand in de ogen gestrooid te krijgen.