water
www.ikmaakmezorgen.nl

Weg van 'Weg van Water'

Zierikzee, 18 september 2006.
"Weg van Water" van Professor Henk L.F. Saeijs is een fascinerend boek. Het is een bundeling van zijn ervaring en kennisontwikkeling over watermanagement van de afgelopen decennia, aldus het voorwoord. Dat is op zich heel boeiend en interessant, maar daardoor staat er niet in wat Saeijs over de huidige startnotitie van de vaargeulverdieping vindt. Dat is erg jammer, want uit het boekje blijkt bijvoorbeeld dat hij tegenstander van verder verdiepen van de Schelde is.
In dit artikel worden twee essays over de Schelde gecombineerd.



Problemen met een regenrivier
Nadat ik het boek gelezen had, was ik teleurgesteld dat Saeijs niets over de Ontwikkelingsschets schrijft. Te meer daar Saeijs onlangs door Antonisse voor de PZC over dit boekje geïnterviewd werd en er natuurlijk uitgebreid over ontpolderen gesproken werd. Antonisse schrijft: "Hij staat onverminderd achter de noodzaak om te ontpolderen, in Nederland en Vlaanderen". Antonisse lijft Saeijs keurig in bij het ontpolder-collectief. Maar dat is onterecht als je zijn essays leest. "Problemen met een regenrivier" schreef hij voordat de Langetermijnvisie Schelde-estuarium 2030 tot stand kwam. Wellicht schreef hij het juist om die LTV te willen beïnvloeden. In ieder geval een interessante periode in de besluitvorming rond de Schelde. Dit essay gaat over waterschaarste:


Waterschaarste troef

De Schelde is een grensoverschrijdende rivier en dat geeft spanningen. Neerslag is over Europa slecht verdeeld en zaken rond water liggen gevoelig. Er is in Europa geen besluit te nemen over waterkwantiteit en waterverdeling met unanimiteit van stemmen van de lidstaten.
De Schelde stroomt door een uiterst dichtbevolkt gebied, waarin veel grondwater gebruikt wordt. Saeijs rekent voor dat er in het stroomgebied van de Schelde ( Frankrijk, Wallonië, Brussel, Vlaanderen en Nederland) een structureel tekort aan zoet water is. Suppleren gebeurt dan via water uit de Maas en door onttrekking van grondwater. Daar komt nog bij dat vanuit het Scheldegebied Duinkerken en de kuststreek van Vlaanderen van zoetwater voorzien worden. Bij Gent worden ook nog diverse kanalen met Scheldewater gevoed. Hierdoor bestaat het gevaar dat er te weinig zoet water het estuarium instroomt.

Over de verdeling van het beschikbare water zijn de meningen verdeeld. In Frankrijk behoort water volgens de Waterwet tot het 'gemeenschappelijk erfgoed van de natie'. De oeverstaten zouden beter gezamenlijk erkennen dat het Schelde-water behoort tot het gemeenschappelijk erfgoed van de bewoners van het gebied. Oplossingen voor de waterverdeling en schaarste vereist een gezamenlijke, geloofwaardige aanpak van alle oeverstaten.

Het Schelde-estuarium is uniek
De Zeeschelde en de Westerschelde vormen samen één van de weinige estuaria in Europa met een volledige zoetzout-gradiënt. Een gezond functionerend estuarium vertegenwoordigt een geweldig in geld uit te drukken vermogen. Zo'n ecosysteem heeft tegelijkertijd met haar filterdiertjes een bijna grenzeloos vermogen om afgestorven planten en diertjes en andere voedingsstoffen als fosfaten en stikstof om te zetten tot voor mens en natuur interessante zeevruchten. Ze herbergt mosselzaad, kokkelzaad jonge tong en garnalen, die later commercieel van belang zijn. Ze levert miljarden larven van schaal en schelpdieren. Daarnaast levert ze veel eindproducten in de vorm van vis, garnalen en mossels. In de huidige vorm vertegenwoordigt ze al een enorm vermogen. Haar potenties zijn echter veel groter. Dit potentiële vermogen is nooit in beeld gebracht en speelt dus ook geen rol in de besluitvorming.

Saeijs's Langetermijnvisie voor de Schelde
Aan de vooravond van een gigantisch investeringsprogramma gaf Saeijs destijds een tiental bouwstenen om te komen tot een langetermijnvisie met een duurzame waterverdeling en een inrichting die recht doet aan het belang van veiligheid, scheepvaart en een natuurlijk, schoon en productief watersysteem.

  1. Samenwerken van de oeverstaten
    Het Franse, Waalse, Vlaamse, Brusselse en Nederlandse beleid bieden goede aanknopingspunten voor de ontwikkeling van voorwaarden voor een duurzame inrichting van het Scheldestroomgebied. De installatie van de Internationale Commissie voor de Bescherming van de Schelde (ICBS) is een eerste stap in de gewenste richting. De Technische Schelde Commissie staat voor de uitdaging om een langetermijnvisie voor het Schelde-estuarium te ontwikkelen. (Door deze informatie kan de tijd waarin dit essay geschreven is vastgesteld worden)
  2. Meetbare hydrologische doelstellingen in het Schelde Actieprogramma
    Gevolgen van waterschaarste moeten even serieus worden genomen als gevolgen van waterverontreiniging. Aan het ICBS zou een hydrologische paragraaf toegevoegd moeten worden, wat inhoudt dat elke waterhuiskundige eenheid in principe toe moet kunnen met de jaarlijkse hoeveelheid neerslag op het eigen gebied.
  3. Generaties moeten actuele waterbeheerskosten volledig zelf dragen
    De ene generatie mag geen hypotheek nemen op latere generaties. Vanuit het beginsel van voorzorg, stand-still en aanpak van vervuiling bij de bron kunnen toekomstige kosten gedeeltelijk worden voorkomen.
  4. Een prijs voor water als grondstof.
    Om aan ad. 3 te voldoen zou een prijsmechanisme moeten worden ingevoerd waarbij water als grondstof op waarde wordt geschat.
  5. Een waterfonds voor herstel van watervoorraden
    Onze generatie moet een deel van het mismanagement van de vorige generatie voor haar rekening nemen. Daarvoor zou een fonds opgericht moeten worden. Zo kan historische vervuiling opgeruimd worden en wederopbouw van ecosystemen en watervoorraden bekostigd worden.
  6. Voldoende zuiveringsinstallaties voor stedelijk afvalwater
    De EG richtlijn inzake de behandeling van stedelijk afvalwater zou met voorrang moeten worden uitgevoerd in alle Schelde-oeverstaten.
  7. Breng de kosten en baten van goed waterbeheer in beeld
    De economische betekenis van voldoende schoon water voor menselijk gebruik en voor de ons omringende landschappen is evident. Nu nog een methode om deze baten te berekenen. In de te hanteren methodiek zouden karakteristieke ecosysteemwaarden en ecosysteemopbrengsten (bijvoorbeeld visvangsten) moeten worden gekapitaliseerd en als vermogen opgevoerd naast andere functies van het watersysteem, zodat ze in de besluitvorming een rol kunnen spelen.
  8. Een duurzame verdeling van havenactiviteiten en scheepvaartstromen
    Binnen Europa wordt de Rijn-Schelde delta steeds meer als een geheel gezien. In dit Euregio kader zouden bijvoorbeeld afspraken gemaakt kunnen worden tussen de havens van Rotterdam, Zeebrugge, Antwerpen, Gent, Terneuzen, Breskens en Vlissingen. Discussies over mogelijke grenzen aan verdieping en verbreding van vaargeulen moeten niet uit de weg worden gegaan. Ook in een wereldhaven als Rotterdam blijven de diepst stekende schepen vóór in het estuarium!
  9. Combineren van beheersmaatregelen en nauwgezet monitoren
    Denk integraal vanuit een open opstelling en wees creatief in het combineren van beheersmaatregelen voor veiligheid, scheepvaart en een veerkrachtig en productief watersysteem. Het principe van de gecontroleerde overstromingsgebieden is hiervan een mooi voorbeeld.
  10. Ecologie en economie
    De wensen van de samenleving moeten worden afgestemd op de mogelijkheden van het watersysteem. Met alle belangen dient in beginsel rekening te worden gehouden. Essentieel hiervoor is dat er een goede balans wordt gezocht tussen ecologie en economie. Om het evenwicht te bereiken behoeft de economie een ecologische basis. Er is dringend behoefte aan de ontwikkeling van een methodiek voor op ecosysteem georiënteerde kosten/baten analyses op het niveau van een watersysteem (zie ook bouwsteen 7).

Saeijs sluit dit essay af met de paragraaf: 'Een nieuwe filosofie voor het omgaan met water'.
Geen enkele stof is van zo vitaal belang voor het leven als water. Een watercrisis kan dan ook gemakkelijk uitgroeien tot conflicten tussen bevolkingsgroepen die dezelfde watervoorraden moeten delen. Toch is het te simpel om de waterschaarste in dat geval de schuld van de problemen te geven. Er is nog steeds genoeg water op aarde om mens en ecosystemen in leven te houden. Om problemen van waterschaarste te voorkomen en op te lossen zal de mensheid echter verstandiger met de duurzaam beschikbare hoeveelheden water om moeten gaan. Het is veel meer een kwestie van beperkte beschikbaarheid, kwaliteit en beperkte toegankelijkheid. Daarbij spelen de mensonterende verschillen in armoede en rijkdom op de wereld de belangrijkste rol. Soms is er werkelijk te weinig water maar veel vaker is het een kwestie van waterverontreiniging, competitie tussen de watergebruikers, politieke ongeïnteresseerdheid, fantasieloosheid, onwetendheid, gebrek aan organisatiekracht of gewoon wanbeheer. Dat geldt zelfs in onze streken. Daarom is het om te beginnen nodig dat de lokale, nationale en internationale politieke wil er is om de juiste maatregelen te nemen.

Ontpolderen is zo gek nog niet
Het essay over de Westerschelde "Ontpolderen is zo gek nog niet" is een gedeeltelijk bijgewerkt essay ook uit het midden van de 90-er jaren van de vorige eeuw. De beleidsstukken die in het begin genoemd worden zijn de Derde Nota Waterhuishouding (1989) en het Beleidsplan Westerschelde (1991). We zijn nu anno 2006, 3 tot 4 nota's en heel wat plannen verder. Het essay is gedeeltelijk bijgewerkt door het baggervolume van het jaar 2000 te vermelden en bedragen zijn omgerekend naar Euro's. Of die bedragen geïndiceerd zijn wordt niet aangegeven.

Saeijs hoort niet bij het ontpolder-collectief en ook niet bij het Actiecomité Ontpoldering Nee!. Saeijs is de grondlegger van een holistisch, ecologisch gefundeerd, watermanagement. Zijn oplossing passen in het geheel niet in de bestaande machtsstructuren, waardoor hij voor mij op een bepaalde manier boven de problematiek staat. Daarom geeft het krantenartikel van Antonisse een foutief beeld over de visie van Saeijs.

De grootste bedreiging voor het estuarium
Zo schrijft Saeijs dat de grootste bedreiging voor de Schelde in de toekomst uitgaat van verdere en verkeerd uitgevoerde verdiepingen. Dat zal Antonisse niet zo gauw in de PZC schrijven.
Saeijs heeft natuurlijk gelijk. Overal lezen we dat vorige verdiepingen slecht waren voor het ecologisch systeem in de Schelde en dat we daarom natuur moeten compenseren, maar de komende verdieping is niet slecht voor het milieu omdat we slim gaan baggeren! "En ie heleuf dâh?", zegt de Zeeuw.

De Schelde heeft recht op schoon water
Volgens Saeijs moet een officiële erkenning komen dat het Schelde-estuarium als systeem "recht" heeft op schoon en voldoende water. De vervuiling moet versneld terug gedrongen worden. Van levensbelang voor de Schelde is voldoende zoet water van goede kwaliteit. Er wordt onzorgvuldig met de beschikbare hoeveelheid zoet water omgesprongen. Bij Gent wordt het merendeel van het Scheldewater kanalen ingeleid. Dit probleem wordt in het geheel niet in de Ontwikkelingsschets en startnotities besproken. Kennelijk moest er het één en ander ontzien worden. En de voltallige milieubeweging zat bij het tot stand komen van de deze beleidsstukken aan tafel!

Komberging om minder te baggeren
Achterin het estuarium moet meer vloed gecreëerd worden. Stroomopwaarts zou 2000 hectare ontpolderd moeten worden, met als doel verlanden te voorkomen. Dat levert 10% meer stroomvolume op, waardoor minder slib bezinkt en weer minder gebaggerd moet worden. De besparingen op baggeren kunnen fors toenemen, aldus Saeijs. Deze redenering zit in het geheel niet in de startnotities. Overigens is de besparing "op de achterkant van een luciferdoosje" uitgerekend en Saeijs gaat er van uit dat voor 60 miljoen euro 2000 hectare te verwerven en in te richten is. In de ontwikkelingsschets is 600 hectare voor 200 miljoen euro begroot. Zijn calculatie klopt dus niet. Los van de kosten wil ik hier het principe onder de aandacht brengen wat gewoon door de plannenmakers genegeerd is.
Het Sigma plan boven Antwerpen heeft vooral GOG's (gecontroleerde Overstromings Gebieden), die bij gewoon eb en vloed niet onderlopen en dus niet meer volume leveren. Daarnaast zijn er nauwelijks GGG's (Gecontroleerd Gereduceerd Getij), die wel met elk getij vol stromen, gepland.
Het MER voor het Sigmaplan redeneert anders dan Saeijs. In GOG's en GGG's wordt sediment, dat anders in de rivier zou bezinken, opgevangen. Saeijs's visie is natuurlijk veel duurzamer.

Saeijs's oplossing
Het is nodig dat een constructieve internationale samenwerking ontstaat, met oog op elkaars belangen en problemen. Die samenwerking is er inmiddels. Verder is een integrale gebiedsbenadering noodzakelijk. Er moeten gerichte maatregelen genomen te worden om verlanding en verslibbing tegen te gaan. Vooral het baggerwerk moet geminimaliseerd worden. Bovenstrooms ontpolderen en vergroting van het areaal aan zoute, brakke en zoete getijdengebieden.
Een dergelijke fundamentele beheerwijziging, met zoveel onzekerheid behoeft natuurlijk een voorzichtige benadering. Samenwerking aan beide zijden van de grens, en draagvlak bij belanghebbenden en omwonenden en bestuurders. De cultuurverschillen in de regio zijn zeer groot en de onderwerpen verdieping en waterkwaliteit zijn onderwerpen die aan beide zijde van de grens uiterst pijnlijke gevoelens oproepen. Als je de ecologie een volwaardige rol laat spelen in het afwegingsproces van de verdieping, uiteraard met oog voor de economische belangen, kan dat ook en kom je tot een verrassend nieuwe aanpak. Je moet maatschappelijk wel lef hebben, want je wijkt af van ingesleten paden en er is natuurlijk maatschappelijk draagvlak voor nodig, zowel in Nederland als in België. Dat is er helaas nog niet in alle opzichten. De aanpak vereist bijvoorbeeld fikse investeringen. Tegelijkertijd zijn er nog onzekerheden, hetgeen een geleidelijke en voorzichtige aanpak nodig maakt. De vruchten kunnen pas over enkele jaren worden geplukt. Men moet ook nog even wennen aan het feit, dat ontpolderen even belangrijk. Geleide ecosysteemontwikkeling zou wel eens de motor kunnen zijn voor een duurzame ontwikkeling van de economie. Het beheersgeheim is niet hard ingrijpen.


Conclusies
Saeijs wil niet hard ingrijpen en aanschuiven bij Moeder Natuur. Dat is holistische ecologie.
In hoeverre zijn zijn ideeën in de huidige plannen van de Ontwikkelingsschets 2010 verwerkt? De grote vraag is wel: Waarom heeft hij zich middels dit boekje niet een voorstander van de Ontwikkelingsschets getoond? In tegendeel, indirect is hij er tegen. Volgens Saeijs zouden grote schepen niet tot Antwerpen de Schelde op moeten varen. Ik heb de indruk dat we meer aanschuiven bij de Haven van Antwerpen dan bij Moeder Natuur en dat Saeijs dat ook vindt. De voltallige milieubeweging, op Milieudefensie na, is in ieder geval aangeschoven bij de macht van de bestuurders. Als je Saeijs's boek leest kun je als milieubeweging toch niet instemmen met een verdieping van de Schelde?

Het is jammer dat Saeijs het boekje niet op nieuwe verdragen bijgewerkt heeft.

Aan het eind van dit artikel heb ik meer vragen dan voordat ik er mee begon. Deze webstek is niet voor niets een zoektocht. Nog openstaande vragen:

  1. Waarom is het belang van de aanvoer van voldoende en schoon zoet water niet in de Ontwikkelingsschets opgenomen? De milieubeweging zat toch ook aan tafel?
  2. Het argument van Saeijs dat boven in de Schelde meer ruimte gecreëerd moet worden om minder te moeten baggeren is in de Ontwikkelingsschets niet te vinden. Geen idee waarom niet. Het zou toch financieel aantrekkelijk zijn?
  3. Saeijs nadrukkelijk pleidooi voor een voorzichtige aanpak en waarschuwing voor foutief uitgevoerde verdieping is genegeerd. Wat kan er straks allemaal fout gaan?
  4. Het slim baggeren wordt niet besproken. Wat vindt Saeijs van slim baggeren en de MOVE-rapporten van de evaluatie van de tweede verdieping?
  5. Uit MOVE blijkt dat de Schelde van zandimporterend een zandexporterende rivier kan worden. Hoe valt dat met de essays van Saeijs te rijmen?
  6. Het ICBS is over gegaan in de ISC. In 2009 wordt het eindrapport verwacht. Werkt men volgens de ideeën van Saeijs of gaat het net als met de Vaargeulverdieping: aanschuiven bij de Haven van Antwerpen?
  7. Bij de doelstellingen van de ISC vindt ik nog niet 'het vaststellen van een kwantitatieve verdeling van het Schelde-water'. Wordt het meest gevoelige onderwerp gemeden?
  8. Bovenstrooms worden hoofdzakelijk GOG's gepland en geen GGG's, waardoor de 2000 ha., die Saeijs zou willen hebben voor meer vloedvolume, in het geheel niet gehaald wordt. Zijn principes worden niet toegepast. Wat voor ellende gaat dit opleveren?
  9. De MKBA van de verdieping is vooral positief door de opbrengst van de haven van Antwerpen. Het potentiële vermogen van de Schelde van Saeijs komt daar niet in voor. Waarom niet?

Door het boek van Saeijs komen voor mij meer en meer argumenten naar voren om tegen de Vaargeulverdieping, zoals men die nu wil uitvoeren, te zijn.
Iedere rechtgeaarde Zeeuw moet ook voor een gezonde Westerschelde zijn, zodat de kraamkamer van vis en garnalen ten volle kan functioneren. Maar, of daarvoor in het middengebied en het westen van de Westerschelde ontpolderd moet worden, ben ik niet overtuigd geraakt.

 

Terug naar Startpagina
Terug naar Krantenartikelen
Terug naar Ikmaakmezorgen-artikelen